Architectuur tegen zuur

Nieuwjaarskaart van de Vlaamse bouwmeester in 2008: 'Verplaatst uit de prullenmand' van Willem Oorebeek
Nieuwjaarskaart van de Vlaamse bouwmeester in 2008: ‘Verplaatst uit de prullenmand’ van Willem Oorebeek

Er komt – terecht – veel reactie op het afschaffen van de Vlaams Bouwmeester door de nieuwe Vlaamse regering.

Vandaag ventileerden de hoofden van de verschillende Vlaamse architectuuropleidingen hun bezorgdheid en ongenoegen. Ook hier luidt de vrees dat kwaliteitsarchitectuur dreigt te verdwijnen.

Advocate Griet Cnudde, die zich eerder toelegde op de klachten van buurtbewoners over de Sinksenfoor en Tomorrowland, schreef een open brief naar de Stad Gent, waarin ze de heraanleg van een nieuwe verkeersas in Gent aanklaagt. ‘Gent zou het stadscentrum moeten afstemmen op de mensen die er effectief willen wonen, op gezinnen met kinderen en de lokale economie. Niet op iedereen die in de rand gaat wonen om een tuin te hebben.’ Ik vroeg me meteen, zonder ironie, af hoe een verstandige – en voorlopig onbestaande – stadsbouwmeester hier tegenaan zou kijken.

Een stadsbouwmeester, maar vooral ook de Vlaams Bouwmeester, is er om buiten de hokjes te denken. Zijn taak gaat veel verder dan gebouwen ontwerpen die mooi en tegelijk functioneel zijn. Er zit visie achter. Het gaat over mensen, over samenleven en verbinden. Dat is geen halfzacht gewauwel, maar nuchtere realiteit.

Filosoof en econoom Philippe Van Parijs vertelde me ooit tijdens een interview dat we meer dan ooit nood hebben aan verdraagzaamheid. Dichter bij elkaar wonen, en zo ziet de toekomst er nu eenmaal uit, betekent voortdurend rekening houden met de ander: erover waken dat we zelf niet al te veel storen of choqueren, maar ons ook niet te snel gestoord of gechoqueerd voelen door wat een ander doet. Hij zag veel heil in ‘zoning’, expliciet verschillende stadsfuncties toekennen aan elke wijk, zodat bewoners duidelijk weten wat ze mogen verwachten. Minder ergernis, minder zuur, meer solidariteit en sociale cohesie: dat is het doel. Of met de woorden van Van Parijs: ‘Dat is ons sociale kapitaal en het is van levensbelang.’ Zijn vrees was deze: dat stedelijke overheden alleen nooit zouden kunnen voorkomen dat rijkere mensen wegtrekken uit de stad, zodra hen iets niet bevalt. Een gezonde sociale mix is noodzakelijk voor een gezonde samenleving. En daarvoor heb je een consequent gevoerd beleid nodig in het hele land. Een sterke federale staat, met andere woorden.

Wat een gouden kans voor de nieuwe federale regering, die we hopelijk binnenkort zullen hebben: de kans om de blunder van de Vlaamse regering goed te maken door een federaal Bouwmeester aan te stellen. Vis al dat talent dat nu wandelen gestuurd wordt op en verdubbel hun vleugelslag. Dat vraagt uiteraard moed, en de bereidheid om verder te denken dan ambtstermijnen. Leve de lefgozer die dat aandurft.

(van 28 juli tot 1 augustus 2014 schrijf ik ‘De mening’ voor De Standaard Avond)