Papa Superman: held op glad voetstuk

Vaders staan onder druk. Ze werken hard, maar willen tijd voor hun kroost. Ze willen betrokken zijn. Ze zijn ook vaak betrokken. Toch blijft hun rol minder vanzelfsprekend dan die van moeders. En dat fascineert. Misschien juist daarom krijgen vaderonderzoek en vaderboeken steeds meer aandacht.

Mijn vader en ik
Mijn vader en ik

Dat ze het niet onder de markt hebben, die vaders van vandaag. Dat bleek onlangs nog maar uit een enquête van de Gezinsbond. Vaders gaan vaak evenzeer gebukt onder het jongleren tussen carrière en gezin als moeders. Maar er zitten wel meer scherpe randjes aan het hedendaagse vaderschap. Mannen moeten zich betrokken vaders tonen en dat liefst ook oprecht en doorleefd zijn, maar aan de andere kant wordt hun belang nog steeds gemakkelijker in twijfel getrokken dan dat van moeders. Moeders gaan voor alles. Ze zijn heilig en onaantastbaar. Vaders zijn leuk. Als ze ook écht leuk zijn, tenminste. Dat is maar al te vaak de teneur.

Vroeger was het simpeler, wil de populaire opvatting. In zijn toneelstuk An ideal husband legt Oscar Wilde een van zijn personages een veelzeggende repliek in de mond: ‘Vaders zouden gezien noch gehoord moeten worden.’ Vaders waren hooguit een transportmiddel voor genetisch materiaal, zo leek het. Voor het overige waren ze niet of nauwelijks betrokken bij de opvoeding van hun kinderen. Ze waren veel ‘afweziger’ dan vandaag en hun rol beperkte zich tot het disciplineren van een onwillige kroost. Lijfstraffen maakten daar vanzelfsprekend deel van uit. Maar als we Jacob Cats mogen geloven, een 17de-eeuwse dichter, jurist en politicus met een boon voor opvoeding en didactiek, klopt dat vanzelfsprekende beeld niet helemaal. ‘Een eerbaar kind is aan te jagen door eerzucht, niet door harde slagen’, meende hij. En of vaders wel zo afwezig waren als algemeen wordt aangenomen, valt ook te betwijfelen. Thuisarbeid was zeer gebruikelijk, dus vervloeiden werk en gezinsleven en verliep de opvoeding van de kinderen op een spontane, natuurlijke manier.

Vadertje spelen?

Er is alvast één ding waarover welmenende, spartelende vaders zich mogen verheugen: vaderschap is hot. Er wordt meer over gepraat, geschreven en gediscussieerd dan ooit. Niet bepaald lacherig, maar gedreven door fascinatie en empathie. ‘Vaders zijn de nieuwe moeders’, stelde Katja de Bruin, VPRO-boekenredactrice onomwonden. Ze heeft een punt. Het zoveelste getuigenisboek van een vrouw die jubelend haar moederschap bezingt, pendelend tussen trots en tranen, zal de harten links en rechts nog wel beroeren, maar echt verrassend is het allemaal niet. Het gevoel is al zo vaak benoemd en beschreven. De vaders die zich de laatste jaren uitgeleefd hebben in schrijfsels over hun vaderschap, kunnen daarentegen op meer belangstelling rekenen. De Bruin noemt onder meer Kleine dagen van Bernard Dewulf en Het zit de mannen niet mee tegenwoordig van Philippe Remarque, hoofdredacteur van de Volkskrant en echtgenoot van journaliste Sylvia Witteman.

Afgelopen jaar verscheen Sterke vaders. Hoe overleef ik het vaderschap? van journalist-docent Lars Anderson. Een boek dat de auteur schreef uit noodzaak, om de leemte te vullen. Degelijke, bruikbare boeken die mannen voorbereiden op het vaderschap, zijn immers schaars tot onvindbaar. Kleine meisjes spelen moedertje, kleine jongens spelen zelden vadertje. Vrouwen praten soms jaren over kinderen en moederschap, lang voordat ze moeder worden. Ze lezen wat erover te lezen valt en fantaseren over hoe het zal zijn. Mannen doen dat wellicht veel minder. Maar toch lijkt de behoefte aan informatie vandaag groter dan ooit.

Zacht en zorgend

De informatie die doorsijpelt is nogal versnipperd, maar een kleine speurtocht op het internet maakt al snel duidelijk dat vaderschap ook bij wetenschappers hot is. Psychologen, sociologen, neurobiologen en genetici hebben zich de afgelopen jaren op het vaderschap gestort. Vaders zijn meer dan ‘leuk’, zo blijkt. Vaderlijke zorg en emotionele ondersteuning worden gelinkt aan een sterker emotioneel en sociaal welzijn van de kinderen, een betere verstandelijke ontwikkeling, een verminderde neiging tot criminaliteit en een positiever zelfbeeld. Sterker nog: niet alleen de kinderen worden soms beter van een betrokken vader, neen, soms worden de vaders zélf er simpelweg een beter mens van. Zware jongens, die tijdens een gevangenisstraf in de mate van het mogelijke hun vaderrol mogen blijven vervullen, zouden minder snel geneigd zijn te hervallen in hun oude zonden.

In de neurobiologie draait het verhaal dan weer vooral om testosteron. Dat jonge vaders minder testosteron in hun bloed hebben dan niet-vaders, is genoegzaam bekend. Bleef de vraag over de kip of het ei: hadden mannen die voor het vaderschap kozen gemiddeld minder testosteron in hun bloed, of daalde het testosteron door de komst van het kind? Wetenschappers van de Memorial University of Newfoundland maten bij 600 mannen op hun 21ste en hun 25ste ’s ochtends en ’s avonds de hoeveelheid testosteron in het bloed. Verrassend was dat de mannen met het hoogste testosterongehalte de grootste kans hadden om een toegewijde partner en vader te worden, maar dat het hormoon drastisch daalde op het moment dat ze ook echt een kind kregen.

Maar in het hele vaderschapsverhaal is testosteron maar één van de elementen. De hoeveelheid prolactine – het hormoon dat verantwoordelijk is voor de aanmaak van moedermelk bij vrouwen – in het bloed van kersverse vaders stijgt.

Hetzelfde geldt voor oxytocine, het fameuze knuffel- of bindingshormoon. Ruth Feldman, een Israëlische professor psychologie aan de Bar-Ilan University, concludeert voorzichtig dat de hormonenveranderingen wellicht zorgen voor nieuwe verbindingen in de hersenen van jonge vaders. Ze gaan zich anders gedragen. Zachter, zorgzamer, minder viriel.

Bedreigde habitat

Paul Raeburn, een Amerikaanse wetenschapsjournalist, legt zich al acht jaar lang toe op het verzamelen van allerlei wetenswaardigheden over vaders. Hij stelt vast dat er stilaan een berg aan wetenschappelijk onderzoek verricht is naar vaderschap, maar dat de wetenschappers uit de ene discipline er meestal geen benul van hebben waar hun collega’s uit andere vakgebieden mee bezig zijn. Beetje bij beetje probeert hij de eindjes aan elkaar vast te knopen, de gaten te vullen, verbanden te leggen. Het is een ambitieus project dat moet resulteren in een lijvig boek, dat volgend jaar – ongetwijfeld tegen vaderdag – zal verschijnen onder de titel Do fathers matter? The new science of fatherhood.

In afwachting ventileert hij mondjesmaat feiten en bedenkingen. Zoals deze: vaders zijn vandaag misschien onzekerder dan vroeger, maar ze zijn vooralsnog geen bedreigde soort. Door de economische crisis is hun habitat echter wel in gevaar. Vaders floreren wanneer ze voldoende geld kunnen verdienen om in het levensonderhoud van hun gezin te voorzien. Ze floreren wanneer ze voldoende tijd hebben om met hun kinderen te spelen, ze voor te lezen, samen dingen te bouwen of te knutselen. Ze floreren wanneer ze de tijd hebben om na te denken over de zorg voor hun kinderen. En wanneer ze een goede verstandhouding hebben met hun partner. De slabakkende economie zet hen op twee manieren onder druk: dubbel hard werken om de job te houden in tijden van crisis, dus nauwelijks tijd voor de kinderen. Of job- en inkomensverlies, waardoor de bestaanszekerheid van hun gezin in gevaar komt. Daarin ongewild tekortschieten, valt vaders zwaar.

Held

Mijn vader en zijn vier dochters

Misschien willen vaders, meer dan moeders, ook een beetje de held van hun kinderen zijn. De man die sterk is, zijn kinderen tot tegen het plafond tilt, ze doet gieren van het lachen, alleen maar door gekke bekken te trekken of rare geluiden te maken. De man die slim is, een baken van wijsheid voor zijn kinderen, een levenslange mentor.

Maar het voetstuk voor helden kan glad zijn, vooral als ze vader heten. De Britse uitgever en journalist Gary Drevitch waande zich Superman, vooral toen zijn kinderen nog klein waren. Een heuse Clark Kent, die een niet-aflatende erkenning kreeg voor zijn heldenrol. Kinderen die naar hem opkeken: het moest de sleutel zijn tot een geslaagd vaderschap. Tot hij merkte dat de verlangend uitgestoken armpjes (‘Ik heb je nodig, papa’) van zijn driejarige dochter geen eeuwigheidswaarde bleken te hebben. Dat zijn grapjes niet langer grappig gevonden werden, maar flauw. En toch zou hij een held blijven, zonder dat zij het wisten. Geen Superman, maar Spiderman, die evengoed de wereld redt van al wat slecht is, zonder dat iemand hem daarvoor bedankt of erkenning biedt. Een held in het diepst van zijn gedachten, wetend dat zijn groter wordende kinderen elke ochtend veilig en wel het huis verlaten om vol goede moed hun dromen na te jagen. En zich verkneukelend in het besef dat dit deels aan hem te danken is.

(verschenen in De Standaard op 8 juni 2013)